donderdag 15 december 2011

Brief aan de collectezak.

- met dank aan 'the butterfly that's afraid to fly'-

Beste collectezak,
Met dat ik deze aanhef aanhef, nee dit klinkt te aanhefferig. Opnieuw. Met dat ik deze aanhef op zijn plek laat vallen, want schrijven dééd ik, maar nu typ ik, dus op zijn plek laten vallen is een betere omschrijving, bedenk ik me, dat ik niet eerlijk ben. Want ik spreek u aan met, 'beste collectezak'. Beste waarvan? Beste van wie? Beste is een kwalitatief begrip, maar er is geen sprake van een kwantiteit, als ik alleen u aanspreek. Ook heb ik een bepaald beeld van u, maar in werkelijkheid weet ik niet welke collectezak ik aanspreek als ik u aanspreek.. Beste is dus eigenlijk een leugen. Maar aangezien dit een algemeen aangenomen leugen is, en ik stiekem geen idee heb hoe ik deze brief anders aan moet heffen, laat ik deze aanhef op zijn plaats staan. genoeg over de aanhef. Ik ontmoet u, (of nouja, ik ga er even vanuit dat ik altijd u, die ik nu aanspreek ontmoet) elke zondag, twee keer. En niet alleen u, ook uw collegacollectezakken.

Weet u, ik vraag me altijd af hoe u over uzelf denkt! Of kunt u als collectezak niet denken? Ook vraag ik me altijd af hoe u denkt over de mensen, (wist u dat eigenlijk, dat wij mensen zijn?) die u ontmoet op zondag. Of soms zelfs doordeweek. En hoe u denkt over uw taak, over uw collega's. Hoe is het in het wereldje van de collectezakken? Zijn er standen? Of is iedereen gelijk?

Ik ben me er van bewust dat ik mogelijk geen brief terug krijg. Ik weet namelijk, of ik denk dat ik weet, dat het moeilijk is voor u als collectezak om een pen vast te houden. Of te typen. Zoals ik nu. Een echt antwoord op mijn vragen zal ik dus niet krijgen. Daarom voel ik me vrij om u te laten weten wat mijn mening over u is. Hoe ik over u denk. Als u, na het lezen van deze brief, dringend commentaar heeft, laat u het me dan op een of andere manier even weten?
Ja. Ik ben er nu klaar voor. U ook?

Weet u, ik kijk altijd uit naar uw komst. U geloof het of niet, ik vind u mooi. En zacht. Tegelijkertijd vind ik het ook wel een beetje spannend. Elke ontmoeting is namelijk weer anders. Elke keer ben ik ook weer bang, dat ik u per ongeluk laat vallen ofzo. Ook weet ik nooit hoe u reageert op mijn gift.  Ik vraag me eigenlijk af of u voelt wat ik geef. En hoeveel degene drie banken voor mij geeft. Of 5 banken achter me. Wordt u blij van veel giften? Of bent u juist meer blij als er minder wordt gegeven? Het lijkt mij namelijk best zwaar om zoveel te dragen. Ik zou het heel goed snappen als u per direct, hier en nu, ons zou willen smeken er wat minder in te gooien voortaan. Of gewoon alleen briefgeld te geven.
Natuurlijk lieve lezers, is dit geen verkapt oordeel over collectes en een stiekeme hint om de opbrengst minder groot te maken, of juist enorm door het briefgeld,  maarre, denken wij ooit aan die arme collectezak?

Ik vraag me ook altijd af of u al die zweethandjes niet vies vindt. Iedereen zit zomaar aan u. Ik heb daar echt respect voor. Dat u dat toestaat, bedoel ik.
Hoe is trouwens de verhouding met uw collega collectezakken? Zijn er standen in de collectezakwereld? Maakt het uit of u een K, een D of een E-zak bent? Ben je als K-zak meer waard als bijv. een D? Of is het alleen maar een onderscheidinssymbool? Net als bij ons onze namen?

Als ik jullie voor de grote rondgang zie hangen, vind ik het er enerzijds zo gemeenschappelijk uit zien. Anderzijds ook zo eenzaam. Zo alleen.

Vindt u het moeilijk om afscheid te nemen als u van uw plek wordt gehaald? Of houdt u altijd in uw gedachten, als u die heeft, dat het voor even is?
Hangt u altijd naast dezelfde collega? Gaat u altijd met hetzelfde 'team' mee? Een vaste combinatie van K-, D- en E-zakken, zo gezegd?

Oh, nu stel ik toch vragen aan u. Maar ja, ik ben ook zo nieuwsgierig.

Voor ik ga stoppen, omdat deze brief al best lang is, en u als collectezak vast geen oneindige concentratie heeft, wil ik het nog even over uw taak hebben.
Ik zei al dat ik me afvroeg hoe u daar zelf overdenkt, maar ik zal u zeggen wat mijn mening erover is.
Houdt u goed vast.
Ik heb een oneindige bewondering voor u. Een eindeloos en diep respect. En als ik eerlijk mag zijn, en dat ben ik graag, vind ik dat uw taak.. ja.een ambt genoemd mag worden.
Uw nederige bescheidenheid, uw bewonderenswaardige geduld, zes dagen lang, uw aanpassing in uw 'aankleding'..
U bent perfect in het uitvoeren van uw taak.
Een taak die de naam ambt verdient.

Ik groet u, en hoop u zondag weer te treffen.Knipoogt u even naar me?
Of geeft u me een extra stevige handdruk?

the butterfly that's afraid to fly

1 opmerking: