vrijdag 16 september 2011

Brief aan de tijd.

Beste tijd,                                                                                                                                                     

Het moeilijkste van een brief schrijven vind ik altijd de eerste regel. Ik denk omdat ik nooit weet wat ik precies moet schrijven, wat ik wil schrijven en hoe ik dat onder woorden moet brengen. Misschien is het ook omdat we nog wat aan elkaar moeten wennen, want zo goed ken ik je niet, Tijd. En jij, ken jij mij? Misschien zou je me eens een brief kunnen schrijven waarin je me vertelt wie je bent. En waarin je vertelt wat je van mij weet en of je me kent.

Een aantal dingen weet ik wel van jou. Of wellicht zijn het geen dingen die onomstotelijk vast staan. Ik geloof niet dat jij veel werkt met onwrikbare feiten en niet om ver te krijgen dingen. Maar het zijn in ieder geval dingen die ik vind. Dingen die ik in jou zie. Heeft er ooit iemand wel eens iets in jou gezien? Ik denk dat je het antwoord niet kunt weten.

Allereerst wil ik je vertellen dat ik je bewonder omdat je zo goed met tegenstellingen kunt werken. Enerzijds ben je altijd dezelfde. Niets is zo regelmatig als jij. Niemand ken ik die zo’n onuitvlakbaar gevoel voor ritme heeft en nooit kampt met het onvermogen iets sneller of langzamer te doen, maar altijd in hetzelfde tempo doorloopt. Ik zou kunnen zeggen dat je standvastig bent. Tegelijk irriteert dat me. Je ongelooflijke onflexibiliteit, je verachting van onregelmatigheden of van het even uitrusten waar je mee bezig bent. Je grenzeloze hooghartigheid en je gebrek aan empathie.

Nooit eens stilstaan, altijd doorgaan. Dat is wat jij doet. Sneller dan de schaduw. Bij jou weet je het nooit. Soms ga je zo snel dat er in een minuut tijd een jaar om is, terwijl ik je wil vangen, wil bewaren en ee  hemels moment wil koesteren. Soms loop ik uren, dagen, maanden door een minuut en lijk je me te tergen met je oneindigheid door nooit eens haast te maken en even langzaam als altijd door te tikken. Om die reden mag ik je niet. Je genadeloze voortgaan op joúw tempo, volgens jouw inzicht, zonder te vragen wat ik daarvan vind.

Anderzijds is dit je kracht. Steeds doorgaan. Bij pijnlijke, nietszeggende of uitermate oninteressante aangelegenheden, bied jij me altijd redding. Simpelweg door door te gaan. Ik bewonder je om je dynamiek en je onvoorstelbare vermogen om dingen te veranderen, beste Tijd. Met jou komen de meeste veranderingen. Jij hebt de absoluut onovertroffen gave om allerlei soort van dingen en situaties te veranderen, te mengen, om te draaien en van koers te laten veranderen. Niet dat ik er altijd blij mee ben, maar het is zonder twijfel bewonderenswaardig.

Eigenlijk bestaat er niets anders dan jij. Je bent vol verrassingen. Blijde, doorzichtige, onvoorziene, onovertroffen, bedoelde en onbedoelde verrassingen. Maar ook vol bittere, wrange, ontwrichtende verrassingen die mij uit mijn evenwicht brengen. Je bent zelf de oplossing met je eeuwige – althans voorlopig eeuwige – doorgaan. Vol inhoudelijke tegenstellingen. Jij bent het die me thuisbrengt. Jij bent het die me wegvoert naar andere plaatsen. Jij bent het die alles begint en overal gelukkigerwijs of wreed genoeg weer een eind aan maakt.

Veel vragen heb ik je. Mijn belangrijkste vraag is of je nou nooit eens moe wordt van je doorgaan. Als wij een feest vieren, tik je genadeloos door zonder aanwezig te zijn. Als wij ’s nachts de rust en stilte opzoeken en onszelf de rust geven om even niets te doen, tik jij door. Hoe moe kun je daarvan worden? En voel je je wel eens moe? En ik heb nog een vraag, die mag je aan niemand door vertellen, want ik zou me er diep voor schamen als iemand wist dat ik zo’n gewone vraag aan zo’n bijzonder iemand zou stellen: hoe gaat het met je? Gaat het wel eens goed of niet goed met je? Vertel het me gerust. Of beter nog: schrijf het eens in een brief. Ik zal hem zeker lezen, koesteren en bewaren.

Voel jij je nooit eens eenzaam? Ik heb vrienden hier, die me regelmatig opzoeken, of ‘dag Koningstijger’ tegen me zeggen als ik ze zo eens tegenkom op een willekeurige dag op een willekeurig tijdstip. Tijdstip. Tijd-stip. Tijd-zone. Tijd-verdrijf. Etens-tijd. Tijd-limiet. Je zit verstopt in heel veel woorden, Tijd. Wist je dat? Of is het nieuw voor je? Verrast het je? En kun je goed met allerlei soort van andere letters die jou omhullen omgaan? Misschien ben je minder eenzaam dan ik denk.

Als ik je een kleur kon geven, zou ik je lichtgrijs schilderen. Als ik je een geur kon geven, zou ik je naar beukenmos en citroenen laten ruiken. Als ik je in een doosje zou kunnen stoppen, zou ik je nu vangen en je in een wit doosje stoppen, met een zwarte strik erom heen. Gewoon, omdat je van tegenstellingen houdt. Ik zou je keurig opvouwen, zodat je niet kreukt. Zuinig zou ik je bewaren en iedere dag aan je vragen hoe het met je zou gaan. Ik zou je voorstellen aan de slak en de schildpad, zij hebben een hekel aan je. Je gaat te snel, mopperen ze altijd.

De meest diepe vraag aan jou is of je iets weet van eeuwigheid. Wil je me dat vertellen? Eeuwigheid betekent zonder einde. Je komt wat eindeloos op me over, tijd. Maar ik kan me vergissen en diep in mijn hart denk ik dat je een keer stopt met bestaan. Maar ik weet het niet.  Is eeuwigheid jouw vorm van bestaan, of is zij jouw tegenpool? Ik ben niet in een vriendelijk bui vandaag, maar ik laat je mijn diepste gedachten zien: soms verlang ik ernaar dat je er niet meer ben. Stopt met zijn. Stopt met bestaan, doorgaan en tikken. Dat je langzaam, zachtjes en pijnloos – niet op een wrede en plotselinge manier, dat gun ik je niet – overgaat in eindeloosheid. En nee, natuurlijk is het niet leuk als iemand denkt dat het beter zou zijn als je niet zou bestaan.

Tegelijk beangstigt het me dat ik in de verste verte geen idee heb hoe het zou zijn als jij niet zou bestaan. Als jij niet zou bestaan, zouden de zon en de maan er dan zijn? Zou het dan na een lange winter weer lente worden, en zou het na een regenachtige herfst weer eens mooi en helder vriezen? Of niets van dat alles? Als jij er niet zou zijn, zou ik dan opstaan, naar bed gaan, eten, drinken en op visite gaan? Als jij er niet zou zijn, zou alles dan in volledige onthaastheid verkeren en zou niemand iets doen?

Vertel het me alsjeblieft. Vertel me ook alsjeblieft of je eens even stil zou kunnen staan. Vertel me ook alsjeblieft of jij wonden geneest. Dat zei iemand me laatst. Het zou een voor mij onbekend talent van je zijn, beste Tijd. Zou je me het willen schrijven?

Nog beter dan alleen stilstaan zou het zijn als je eens een grote stap terug deed in jezelf. Ik zou andere keuzes maken. Het is maar dat je het weet.

 De altijd jou ontlopende en daarin steeds mislukkende Koningstijger