vrijdag 19 augustus 2011

Brief aan het missen.

Best missen,

Wedden dat de hele wereld weet wie je bent? Jij bent het missen, het onwrikbare keiharde gevoel dat iets er niet is wat er wel hoort. (Ik haat je. Maar je bent zo bitterzoet).

Je bent missen. Je bent geen fijn gevoel, ook al is jouw bestaan een teken dat iets heel goed, heel mooi, heel fijn was. Missen is een gat (ik weet niet wie je gegraven heeft) diep vanbinnen, waar iets, of iemand hoort te zijn. Maar nu is er dus een gat. Je hoort alleen nog een echo van hoe het vroeger was. (Misschien is missen een put).

Ik weet eigenlijk niet waarom ik je schrijf. Waarschijnlijk omdat ik je ken. Soms dan. Het liefst zou ik liedjes over je zingen. Over de leegte, de pijn. Over terughalen, de tijd terugdraaien. Met je wijsvinger de wijzer van de klok terugdraaien. (Nog steeds geloof ik dat, wanneer ik dat doe, de tijd terugvliegt. Zover ik wil).

Missen, je bent niet iets waar iedereen even goed in is. Misschien is het dat. Of niet iedereen hoeft te missen. Je bent niet in ieder leven zo’n onmisbaar ingrediënt. Waarom besta je, missen? Omdat missen altijd leidt tot het opvullen van lege gaten? De kuil vol zand, de put gedempt.

Ik wil niet missen. Sorry.

(Maar ik mis zo vaak).

je nederige boskrekel.

1 opmerking: