Beste mijn gedachte,
Wat een voorrecht een brief aan jou te mogen schrijven en om mijn brief zo krom te beginnen. Eindelijk, na zoveel kromheid en ondoorgrondelijkheid, kan ik je eens terugpakken. Jij krom, ik krom. Dat lijkt me op z’n minst op zijn plaats. Een doorgrondelijke brief zal het dan ook niet worden. Ik heb namelijk geen idee wie je bent. Of ben je meerdere iemanden? Of één iemand die zomaar kan verschieten van gevoel en van kleur of gewoon heel veel tegelijk kan zijn?
Je overvalt me, ondoorgrondelijke gedachte. Ik begrijp je niet en je maakt me tamelijk in de war. Soms voel je zalmroze en ruik je naar zoete vrede. Dan wil ik je graag bij me houden. Maar soms ben je onzeker en onuitstaanbaar. En onverstaanbaar. En onweerstaanbaar. Een onding dus. Dat vooral. Toch weet ik niet of ik je zou kunnen missen. Ik denk van niet. Maar dat denken van mij…
Nu wakkert ergens diep in mij een boze gedachte aan. Je bent een gedachte met ongetwijfeld veel kwaad in de zin en je roept gevoelens van wraak in me op. Eerst voel je als een klein lichtgrijs wolkje, maar langzaam maar zeker word je omgetoverd in een dikke, zwarte donderwolk. Genadeloos beukend tegen mijn gedachten, mijn gevoel, mijn leven, ik. Zal je me ooit verlaten? Weet je wat ik ook voel als ik jou denk? Argwaan. Bergen argwaan en onzekerheid. Want verder ben ik niet boos, denk ik. Jíj maakt me boos!
Iets verderop komt een ander soort gedachte aanwaaien. Deze keer een lichtrode gedachte met een liefelijke uitstraling.
Beste gedachte, je omhelst alle andere gedachten en je lijkt me altijd met je zoete aanwezigheid te omringen. Je overvalt me met een licht en zweverig gevoel en de tijd lijkt even stil te staan. Totdat ik weer in de werkelijkheid terecht kom en besef dat de tijd absoluut, hoegenaamd, hoe dan ook, niet stil zal staan. Nu niet en nooit. Jíj maakt me gelukkig. Zou je mij eens willen schrijven dat het leuk is om door mij gedacht te worden?
En nu, verdrietige gedachte, ben jij aan de beurt. Ik stop je altijd ver weg in mijn diepste binnenste. Muurvast zit je daar. Je schreeuwt om aandacht, maar buitenste binnen keren wil ik je niet. Aan niemand wil ik je laten zien – of laten horen in het geval dat je zo hard schreeuwt dat je te horen bent. Eigenlijk ben je een gemene gedachte. Je prikt, slaat en knijpt maar wat raak. Toch lijk je enigszins lichter te worden als ik je deel met anderen. Er valt dan iets van me af. Apart is dat. Want kan jij lichter worden? Of ga je ergens anders verder met knijpen en slaan? In dat geval ontsier je jezelf.
Nu nog een ode aan jou, lieve droomgedachte. Als ik jóu toch niet had. Ik heb altijd al eens een gedachte willen zijn. Als ik kon kiezen zou ik zonder twijfelen jou zijn.
Altijd gedragen te worden door de wolken. Hoe allesovertreffend moet dat zijn. Eindeloos zwevend, fladderend en verzonken in dromerige gedachten die alles waard zijn. Vliegend naar de verte en vooral, in de verste verte, niet wetend wat er komen gaat. Gebaseerd op niets. Zonder enige moeite op weg naar avontuur, alles –maar dan ook écht alles- te vergeten en niet denken aan wat beneden is. Beneden, waar zwaartekracht heerst. Beneden, waar jij je niet durft te wagen. Je bent slim, beste droomgedachte. Ik vind je oneindig schoon, zo mooi. Hoe zal ík ooit jóú kunnen zijn?
En nu heb ik het nog niet eens over die gedachten die niet te denken zijn. Díe zijn pas ondoorgrondelijk. En onbegrijpelijk bovendien. Maar mooi zijn die gedachten, móói!
En dan vergeet ik nog te schrijven over weemoedige gedachten, gedachten van dankbaarheid, onzekere gedachten, kleurverschietende gedachten en geniet-gedachten. Eindeloos veel gedachten dus.
Ik heb nog één vraag aan jullie, beste gedachten. Ik schrijf jullie omdat ik denk dat je niet maar één iemand bent, en dat je al helemaal niet zomaar iemand bent. Zou het niet mogelijk zijn dat jullie mij denken, in plaats van ik jullie? Gewoon een keer ruilen lijkt me wel net zo eerlijk. Waarom? Om niet uit balans te raken en omdat ik áltijd denk. Ooit besloot ik nooit meer te denken. Maar zelfs dát was een gedachte. Een gedachte die bleef hangen, er nog steeds hangt en ik nooit helemaal uit mijn hoofd en hart zal kunnen wegdenken. En dat wens ik ook niet, behalve soms.
De eekhoorn
Beste Eekhoorn, Wie ben jij dan in persoon?
BeantwoordenVerwijderenJe hebt mooie gedachten aan het papier toevertrouwd! En trouwens ook herkenbaar al die soorten gedachten, tis alsof we meerdere persoonlijkheden hebben?
Dank!! Ik ben Evita. Dus :)
VerwijderenGedachten zijn bizar. Alle gedachten lopen, vliegen - of doen iets anders - door elkaar. Maar denken is ook leuk, vind ik. ;/ *hangt volledig van het soort gedachten af*
Fijn wel dat het herkenbaar is. Anders zou ik bijna aan mezelf twijfelen ;/
Leuk en knap bedacht om je brief hieraan te richten !
BeantwoordenVerwijderenEr zitten inderdaad veel mooie elementen in je brief !
Denk er eens over om wat vaker te gaan schrijven ! ;-)
Dankje. Zal sowieso vaker schrijven. Schrijven doe ik wel veel, maar ik post niet alles ;)
VerwijderenJij zou er ook over kunnen denken vaker te gaan schrijven :D Ik hou van brieven. Eindeloos!
Beste eekhoorn, ik denk voortdurend aan je :D
BeantwoordenVerwijderenEcht mooi geschreven hoor;/
Oh mijn beste!! Ook ik ben voortdurend in gedachten verzonken. En niet in zomaar-gedachten. Verzonken in het denken aan jou. Fijn is dat! :)
VerwijderenIk vind jou een lieve eekhoorn. En je brief is echt heel mooi geschreven! :)
BeantwoordenVerwijderenBedankt boskrekel! Ik vind jou ook lief! ♥
VerwijderenWauwie. echt heel mooi geschreven! en zo heeerlijk herkenbaar... (een xtje ruilen met gedachten lijkt me idd niet zo'n slecht plan.. ik wil ook wel s een xtje NIET- denken :p maar ik denk dat t een droomgedachte blijft;)
BeantwoordenVerwijderenMaarre.. ben benieuwd naar je volgende brief!:D