Pas kreeg ik het poëtische boekje van het vertrek van de mier van Toon Tellegen te lezen. In het boek reageert elk dier weer anders op het vertrek van de mier, een ieder naar zijn aard of karakter. De mier doolt rond in de woestijn op zoek naar de verte (en zichzelf). Graag wil ik er nog een stukje bijvoegen (dat wordt dan H.45 van de baviaan) die niet gemist mag worden.
45
Nadat de baviaan hoorde dat de mier weg was, organiseerde hij een meeting voor alle dieren. Toen alle dieren bij elkaar waren in het bos op de grote open plek, sprak de baviaan op zijn typische bavianentoon. ‘Geachte dieren zonder mier, wij allen zijn verdrietig door het gemis van de mier. Hij is weggegaan voor zijn plezier of misschien wel voor het vertier, of allebei, of misschien per ongeluk. Het zou kunnen dat de mier zo dom is geweest om zijn zuur te spuiten tegen het water, waardoor er een scheikundige reactie ontstond met dampen van waterstof die hij inademde, en zo werd hij lichter dan lucht en steeg op naar de verte, naar andere lichtpuntjes.’ Het bleek dat alleen de scheikundekever met deze verklaring uit de voeten kon. De baviaan ging verder. ‘Misschien voelde de mier zich eenzaam en vertrok hij naar de verte om zich nog eenzamer te voelen en als hij dan terugkomt, dat hij zich dan minder eenzaam voelt omdat het in vergelijking hoe eenzaam hij is geweest het een stuk minder eenzaam is. Of, wie weet, is hij in contact gekomen met de oosterse wijsheid uit de verte en probeerde de mier in zichzelf te keren en op te gaan in het zijn, en dat toen hij in zichzelf keerde, hij niet meer uit zichzelf kon keren omdat hij ‘is’, dat is, ‘zijn’ is geworden. Toen zei de eekhoorn; ‘wat hebben wij aan al die mogelijke oplossingen, hij is er niet klaar, wij missen hem zo, wij zijn zo verdrietig…’ De baviaan kreeg erg medelijden en begon maar grapjes te maken om de sfeer wat luchtiger te maken. ‘Mieren lopen niet in zeven sloten tegelijk, want ze hebben maar zes poten. Of misschien is hij het gemier zat van de luiaard die haar wegen bestudeerde.’ Maar niemand vond het grappig, want iedereen miste de mier. Toch had de baviaan het vermoeden waarom de mier weg was, maar hij kon het niet brengen. Hij wist dat de mier zichzelf was kwijtgeraakt. Want zelf had hij dat ook weleens meegemaakt, gelukkig hadden ze hem allemaal geholpen, hoewel hij het zelf moest doen. En hij wist dat samen veel sterker is dan alleen en daarom zei hij; ‘Laten we samen een brief schrijven voor de mier.’ Want de ene heeft poten om te schrijven, de ander een hoofd om na te denken en de volgende een rug om alles te dragen en samen heb je alles wat er nodig is. En zo schreef de baviaan samen met de anderen een hele wijze brief voor de mier, waarin duidelijk werd waarom de mier was vertrokken…
Lieve beste mier,
Wij, alle dieren, missen jou.
En wij missen jou omdat je weg bent.
En je bent weg omdat je jezelf bent kwijtgeraakt.
En je bent jezelf kwijtgeraakt omdat jij denkt dat je niet erkend wordt.
En je erkent jezelf niet omdat je vrijheid mist en verantwoordelijkheid mist en zelfstandigheid mist.
Want weg zijn geeft vrijheid en verantwoordelijkheid en dan moet je zelfstandig zijn.
Maar als je weg bent dan kan je dat aan niemand laten zien.
En krijg je daar dan ook geen erkenning voor.
Dus wil je terugkomen?
Wij, alle dieren, zoeken jou.
Maar jij bent op zoek naar de verte.
En de verte is best wel heel erg ver weg toch?
En je kunt zomaar verdwalen in de verte, ook al is het niet te vinden.
En de verte is overal, maar ook nergens, het blijft altijd even ver weg, en het is zo onbereikbaar.
En als je naar de verte gaat, dan is waar je bent geweest weer in de verte.
Als je op zoek ben naar jezelf in de verte, blijft het ver.
In de verte kun je jezelf niet vinden.
In de verste verte niet.
Wij, alle dieren, vinden jou.
Maar dat gebeurt niet door jou te zoeken.
Wij vinden jou pas, als je jezelf weer hebt gevonden.
Kom pas terug als je vrij bent, verantwoordelijkheid hebt en zelfstandig bent.
Want pas als je dat hebt, heb je de vrijheid, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid om te komen.
Soms dan ben je jezelf verloren, en soms kun je even weg zijn, eventjes wel.
En als je jezelf weer hebt gevonden, kom dan terug.
Dan zullen we meer van je houden,
Dan ooit tevoren.
…omdat je jezelf hebt gevonden, want die ligt in je, niet in de verte…
Uit de verte van dichtbij,
Wij, baboon, en alle dieren.