maandag 26 maart 2012

Brief aan het voorstellen

Best Voorstellen,

Weet je waar ik vaak toch zo’n hekel aan heb? Juist. Aan voorstellen. Nu doel ik niet op ideeën opperen, of iets of iemand anders voorstellen. Nee. Mezelf voorstellen. Helemaal, tot in de diepste diepte uit de doeken doen wie ík ben. In veel dingen ben ik goed hoor. In teleurstellen, aanstellen, uitstellen en bestellen. Maar mezelf voorstellen… Wat ik kan doen is een poging wagen.

Volgens mij ken ik je nog niet zo goed, beste Arend ! Gelukkig kan ik wel lezen !  En ook bij het zien van de tekst wist ik meteen dat jij het was !

Heel veel bedankt voor je mooie brief. Het zette me wederom aan het denken. Nog meer gedachten, het kan er nog wel bij. Ik zal deze brief niet enkel aan jou richten, maar aan een ieder die het lezen zal. Weet je waarom? Omdat ik dan heel veel vliegen in één klap sla, door gebrek aan moed en zin om mezelf vijfenzestig keer voor te stellen en omdat het anders geen brieven aan vanalles meer is, maar een briefwisseling tussen de Eekhoorn en de Arend.

Best Voorstellen, je bent een hele klus als je zo complex bent als ik. Kort en bondig? Nee, chaotisch en ongestructureerd.

Beste allemaal. Aangenaam! Ik ben de Eekhoorn, de enige eekhoorn. Je kunt dit op één, twee – of meerdere – manieren opvatten. Doe dat dan ook. Ik weet niets af van eventuele andere (soorten) eekhoorns. Eerlijk gezegd wringen drie bochten zich in mijn staart en benauwt het me als ik er aan denk dat er meerdere figuren als ik deze aardbodem bewonen. Huh!

Ik (vr)eet bijna alles wat los en vast zit. Van rauwe bonen tot bevroren patat, van beukennootjes tot broodje hagelslag tot insecten tot mango’s. Noem maar op. Maar geen kaas, geen paddo’s, pittenbrood en garnalen.

IJverig. Ach, wat is ijverig? Werken? Schoonmaken? Vis verkopen? Het bos bewandelen? Feestjes bezoeken? Taart eten? Zingen? Bezoek aan de mier en de stokstaart en de boskrekel? Vul het zelf maar in. Verder geniet ik eindeloos van de zon, de warmte, bloemengeur, boompje klimmen en niets doen.

Getrouwd??! *met grote ogen en een mond vol pap*. Nee, dat is dan weer een onjuist voorstel. Ik heb nog nooit van de getrouwde eekhoorn gehoord. Een man? Is dat makkelijk dan? Mis ik iets in mijn leven? Of is een man voor de sier, net zoals die genoemde opgezette eekhoorn in de hal? Ik doel er nu niet op dat mannen opgezet moeten worden. Tenminste, niet álle mannen. Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd zeg. Ik huiver. Mannen, daar heb ik geen kaas van gegeten. Laten we zeggen: De onschuldige en onbevangen eekhoorn. Trouwen zou toch werkelijk een nieuw aspect zijn in mijn bestaan.

Ik vind de mier één van de grootste schoonheden, beste Arend. Ik vind dat ik nu écht heel duidelijk voor deze beste mier op moet komen. Zonder mier geen eekhoorn. Onafscheidelijk. Mijn glans en schoonheid heb ik dus onder andere te danken aan de mier. Ik hoop dat dit je visie op de mier dusdanig zal veranderen, dat je de volgende keer – buiten het aspect ijverig om – de mier positiever zult omschrijven.

Het is wat vreemd om zo van mezelf te zeggen dat ik mooi bent. Eigenlijk, beste Arend en iedereen, is iedereen mooi. En niet een klein beetje mooi, maar oogverblindend mooi. Het is ook wat vreemd om zomaar vast te stellen: Mens van vlees en bloed. Het klinkt wat vlezig en bloederig en viezig. Misschien is het de waarheid, misschien niet. De eekhoorn die niets (zeker) weet.

Krachtdieren. Leuk woord, vind ik. Maar de Eekhoorn mijn lievelingsdier? Ik weet niet of ik dat zo kan zeggen. Het is toch op z’n minst een beetje bizar lievelingsdier van jezelf te zijn? De eigenschappen van de eekhoorn die in de vorige brief genoemd werden trokken me aan en herkende ik me wel in. Speelsheid, vertrouwen, sociaal gevoel. Jaja, een sociaal beestje en geen gebrek aan vertrouwen. Behalve dan wanneer dat vertrouwen geschaad wordt. Dan, dan, dan… En opmerkzaam zijn. Wat is opmerkzaam? Alles goed overzien? Overal goed over nadenken? Is het hetzelfde als impulsief en naïef zijn? Zo niet, dan ben ik niet opmerkzaam.
Maar die pluimstaart, die doet ’t hem!

Verder er werd gevraagd of ik geloof. Breed begrip, dat wel. Goedgelovig ben ik. Gelovend in Diegene die alles zo mooi gemaakt heeft en een oogje op jou en mij heeft. Diegene, Die toch wel erg Zijn best gedaan heeft door de aarde op deze manier vorm te geven.

Beste allemaal, denken jullie dat er ook maar één brief ooit verzonden is die níet geniaal was? Alle brieven zijn hoogstpersoonlijk, schitterend en doordacht. Zelfs een brief aan de ondoordachtheid, zou allermeest doordacht zijn. Omdat jíj het bent die het schrijft.

Verder, best voorstellen, kon ik me niet voorstellen dat je ook aardig kon zijn. Eigenlijk schreef ik deze brief niet áán jou, maar wás ik jou. Vind je dat een eer? Ik stel voor: Laten we vriendjes blijven in de toekomst. En blijf ook vriendjes met iedereen, best Voorstellen. Beangstig mensen niet, maar bemoedig ze. Stel je eens voor: Nog honderdduizenden brieven waarvan ik, de eekhoorn, getuige mag zijn.

De onvoorstelbare eekhoorn

woensdag 21 maart 2012

Brief aan de eekhoorn.

Bovenste beste Eekhoorn,

Het is alweer enkele weken geleden dat jij een brief schreef aan jouw gedachte. Ik reageerde daarop met de woorden: "Denk er eens over om wat vaker te gaan schrijven !" Daarop suggereerde jij weer dat ik dat ook wel kon doen... Ziehier de aanleiding voor deze brief. Jij hebt lef getoond door die opmerking weer terug te kaatsen en dat mag ik wel ! Natuurlijk had ik het ergens ook wel kunnen verwachten dat iemand zoiets zou doen. Maar jij schreef ook dat je van brieven houdt, eindeloos zelfs ! Kijk, dat motiveert mij pas echt om te gaan schrijven. Want waar ik juist goed in ben, is in het vervaardigen van eindeloos lange brieven en mailtjes ! Of is dat niet wat jij met je uitspraak bedoelde ?

 Dit is overigens niet helemaal mijn eerste brief op deze brievenblog. Onder andere namen heb ik al weleens wat volwaardige reacties geschreven in briefvorm.  Daarnaast heb ik met verschillende schrijfsters hier al geschreven, dus voordat iemand denkt van: "laat ik ook eens om een brief vragen",  kijk even in je postvak of je niet toevallig nog een onbeantwoorde mail van mij hebt liggen... En even voor de goede orde, een mail noemen is nog altijd niet hetzelfde als `m beantwoorden ! (Oeps !) Nee Doornroosje, dit is niet op jou van toepassing. Ik moet je juist nog bedanken ! Bij dezen en blijf dus maar lekker doorslapen, want die prins komt heus wel ! (Hier bedoel ik verder niets mee hoor, het hoort nu eenmaal bij jouw verhaal.) En laat Assepoester die schoen/dat muiltje maar aantrekken om te kijken of het past. Of het haar als gegoten zit of niet, maar ik kan je verzekeren dat zij zich daar geen zorgen over hoeft te maken...

 Genoeg hierover Eekhoorn, want het gaat nu om jou. Ik denk dat jij wel weet wat er in een reactie van je verwacht wordt. Je was er in ieder geval als de kippen bij om de reacties op jouw brief te beantwoorden ! Nooit geweten trouwens dat eekhoorns zo kunnen denken en schrijven. Respect ! Dat je geen kaas lust vind ik niet zo vreemd, want ik had ook nooit gehoord dat jullie dat wel lekker zouden vinden. Mag ik jou dan gelijk de vraag stellen wat je dan wel graag eet en drinkt ? En wat doe jij zoal op een dag ? Je lijkt mij best een ijverig beestje, klopt dat ? En heb jij een man, ben je getrouwd (ik ga er gemakshalve maar even vanuit dat je weet wat dat is), heb je kinderen en wat voor soort eekhoorn ben jij precies ? En voor nu even als laatste: geloof jij ook ergens in, als ik dat nog vragen mag ?

 Eigenlijk heb jij gewoon recht op een brief als deze ! Ik bedoel, als een mier er al één krijgt, hoever ga jij die niet te boven ? Dit moet je niet verder vertellen hoor, maar vroeger, toen ik nog op de bovenbouw van de lagere school zat, voerde ik tijdens het afwassen in onze keuken vaak een oorlogje tegen alle mieren die uit dat ene gaatje in de muur naar buiten kwamen. Gloeiend heet water, eventueel in een bakje en ze dan leren zwemmen. Vreemd genoeg bakten ze er niet veel van... Maar mieren zijn wel harde werkers, dat moet gezegd worden.

Een eekhoorn is in tegenstelling tot die mier, (naar mijn mening) een genot voor het oog om te zien ! Bij mijn oma stond vroeger een opgezette boomeekhoorn langs de trap naar boven. Sorry hoor, maar daardoor heb ik wel een goed beeld van hoe jij er ongeveer uit ziet. Ja, jij bent vast mooi ! Je hebt in ieder geval een schitterende naam voor een eekhoornvrouwtje: "Evita". Wauw, ik denk dat heel veel van jouw soortgenoten jaloers op je zullen zijn !

 Mijn zojuist gestelde vragen en opmerkingen ten spijt, ik weet dat jij geen eekhoorn bent Evita, maar een mens van vlees en bloed. Vanwaar dan het idee om jezelf de Eekhoorn te noemen ? Heb jij bijvoorbeeld van dat schitterende lange haar, wat toch echt het sieraad van een vrouw is, dat het je aan die mooie staart van een eekhoorn deed denken ? Voel je alleen niet benadeeld als je in het bezit bent van kort haar. Je hebt dan vast nog wel iets anders wat er op een positieve manier uitspringt, of vind je van niet ? Het zou ook kunnen dat het gewoon jouw lievelingsdier is, maar kan je dan ook vertellen waarom ? Er zijn ook mensen die geloven in "krachtdieren", waarbij de eekhoorn staat voor: opmerkzaam zijn en een sociaal gevoel, speelsheid, energie en vertrouwen hebben. Hoewel het mogelijk is dat jij je hier zowaar in herkent, verwacht ik niet dat je er echt iets mee hebt en ik zou zeggen, houd dat zo, want je wordt er niet bepaald wijzer van ! Daarom: "Keep THE faith", want daar draait het uiteindelijk allemaal om !

Met de vraag waarom jij jezelf de Eekhoorn noemt, moest ik mij ook af gaan vragen met welke naam ik straks af ga sluiten, maar daar was ik nog redelijk snel uit. Het is dat het zo hoort, want volgens mij weten alle doorgewinterde lezers en schrijvers hier toch allang met wie ze van doen hebben. Iemand die via een voorleesprogramma alleen zou luisteren naar wat ik hier geschreven heb en dat eigenlijk altijd zo doet, zou mij er denk ik zo uit kunnen halen. Ja, zelfs als je niet kunt lezen, maar de tekst wel zien kan, moet dat haast nog mogelijk zijn !

Dit was het dan (alweer) Evita ! Het voelt voor mij toch nog een beetje als mijn eerste brief, dat zal jij toen ook wel gehad hebben. En eerlijk gezegd heb ik ook wel wat twijfels bij dit resultaat. Want hij is niet geniaal of bijzonder origineel en ergens mis ik toch ook wel een beetje de smilies ! Volgens mij is het "not done" om die op deze brievenblog te gebruiken. In de brieven zelf althans. Het oogt natuurlijk niet zo professioneel. Een jaar of drie geleden gebruikte ik ze misschien nog amper, kan je zien hoe snel dat went ! Het helpt gewoon om de intenties waarmee je iets schrijft, duidelijker over te brengen. Zo had ik jou graag op het juiste moment even een knipoogje willen geven, evenals Doornroosje, of m`n tong uit willen steken naar Assepoester... Het oogt nu nogal serieus en dat maakt het nog saaier dan het is.

Ik zie dit dan ook een beetje als een test. Kijken hoe het in het echt over komt en zo. Misschien ga ik inderdaad nog wel meer van mij laten horen en in dat geval zeg ik je vast dat je er dan ook hogere verwachtingen van mag hebben. Veel succes met al jouw schrijverijen en overige bezigheden !

Het ga je goed en met een hartelijke groet,

De Arend.

zaterdag 17 maart 2012

Brief aan Puddelglum.

Beste Puddelglum,

Voor mij de eerste persoon uit een boek die een brief krijgt. Inmiddels verkeer je alweer heel lang in het Land van Aslan. Eigenlijk zou ik je niet moeten storen met een brief. Maar toch.. ik vind jou.. eigenlijk heel erg leuk. (Dat zal je wel verbazen).

Het begint al met het feit dat je een Moeraswiebel bent. Zo’n beetje half mens, half kikker. Dat is het beeld dat ik van je heb. Je woonde in een wigwam, bij het moeras. En je was een held, want jij was de enige die besloot dat je niet betoverd wilde worden, trapte een tovervuurtje uit (waarbij je zelf nogal gewond raakte, geloof ik). Je was niet bang onder de grond (Hoe deed je dat zonder daglicht? Zeker als ze er bij vertellen dat er velen afdalen naar beneden en weinigen terugkeren naar het land waar de zon schijnt. Het lijkt wel een preek). En het meest, allermeest bewonderenswaardig vind ik je verweer tegen de Heks, die jullie wilde laten geloven dat er niets was dan het land onder de aarde. Jouw uitspraak was dat als, als jullie dan alle dingen gedroomd of verzonnen hadden, de bomen, het gras, de zon, de maan en Aslan zelf – aangenomen dat het verzinsels zouden zijn – dan zouden die verzonnen dingen voor jou belangrijker zijn dan de echte. En daarom, lieve Puddelglum – soms lijken dingen misschien verzinsels, maar als ze mooier zijn dan de echte wereld: waarom zouden we er dan niet gewoon in blijven geloven?
Een eigenschap van jou waar ik nogal om moest lachen toen ik erover las, is je pessimisme. Het zou je niet verbazen als er een overstroming kwam. Als het vuur binnen aangestoken zou worden zou de rook in je ogen komen, als het buiten aangestoken zou worden zou het gaan regenen en uitgaan. Je dacht dat je geen vis zou vangen (maar je ving ze wel). Hoe doe je dat toch, beste Moeraswiebel, zo mooi pessimistisch zijn? En dat zonder dat de hele wereld een hekel aan je krijgt? (Ik vergeleek me eens met jou, want ik was ook pessimistisch, vond ik. Maar ik mag me niet te hard met jou vergelijken omdat jij zo’n grote held bent).

Tot slot moet me nog even van het hart dat ik geloof dat ik niet de enige ben die jou een warm hart toedraagt. Ergens op deze, andere wereld loopt een kat rond met een halve staart (om het nog maar iets te noemen) die naar jou vernoemd is. Vind je dat geen eer, lieve Moeraswiebel?


De Boskrekel.


(Geïnspireerd op ‘de zilveren stoel’ – de Kronieken van Narnia,  C.S. Lewis).

vrijdag 16 maart 2012

Brief aan het fundament.


Best Fundament,

Vanuit het diepst van mijn hart schrijf ik je vandaag deze brief. Diep uit mijn hart, daar waar jij je bevindt. Daarom leek het me gepast mijn brief daarmee te beginnen. Kan dat? Iets schrijven vanuit iets, aan iets, en dat dat maar één ding is?. En dat dus de bron voor deze brief dezelfde is als degene die deze brief ontvangt? Zeg het maar Best Fundament. Ik schrijf je om aan je te vragen wie jij bent, en dus wie ik ben. Eens kijken of we een beetje op elkaar lijken.

Ik ga je ook schrijven wie ik denk dat jij bent. Schrijf me gerust terug, best Fundament. Voel geen schaamte of angst om terug te schrijven. Dat zou niet passen. Dat heb jij me ook nooit geleerd, dus laat dat zelf ook vooral niet zien. Ik kan wat stellig zijn, laat je er niet door afschrikken.

Je bent divers en of een of andere manier krijg ik nooit grip op je. Het ene moment ben je zo helder een doorzichtig als glas en denk ik precies te weten wie je bent. Soms probeer ik je te grijpen en net voordat ik bij de kern van jou-begrijpen ben gekomen, vervaag je. Weg. Opgelost. In het niets. Soms ben je zo complex dat ik niet eens meer de poging onderneem om je ook maar een klein deel te begrijpen. Wat vaststaat is dat jij een bijzonder iemand bent, Fundament!

Je begon me al te vormen toen ik nog geen eens kon vermoeden dat jij bestond, of zo’n belangrijk deel van mijn bestaan vormde. Je was er gewoon, en ik was niet op de hoogte van je bestaan. Laat staan dat ik je kon vatten!

Later zag ik in dat ik je ergens dankbaar voor moest zijn. Je leerde me na te denken voordat ik iets ging doen. Niet dat ik je daarin altijd volgde, maar ik deed mijn best. En vaak herinnerde jij me eraan als ik de mist in ging. Je leerde me luisteren naar andere mensen, respect op te brengen voor wezens en zaken die ik niet helemaal of helemaal niet begreep. Je vertelde me mee te leven, te geloven, door te zetten, de moed niet te verliezen, eerlijk te zijn, flexibel te zijn. Natuurlijk niet stelen, liegen of andere onacceptabele dingen doen. Ik twijfel er niet aan of je deed goed je bent om van mij een goed mens te maken. Jou te hebben, gaf me zekerheid.

Je had iets vasts. Iets onwrikbaars. Lang was ik daar tevreden mee, en ik bied je mijn excuus aan dat ik je soms onjuist heb behandeld. Ik werd minder blij met je. Soms belandden we in een conflict. Kun je je het nog herinneren? Weet je nog van de keren dat ik aan het nut van je bestaan twijfelde? Weet je nog dat ik vragen stelde bij de juistheid van jou zijn? Het lijkt mij vreemd als mensen vragen stellen bij mijn bestaansrecht. Tornen aan iemands bestaansrecht heb je mij in ieder geval nooit meegegeven.

Soms probeer ik je een naam te geven. Ik weet soms niet zeker hoe ik je moet noemen. Ergens vind ik het verwarrend om onderscheid te maken tussen wie je echt bent, of wie ik graag wil dat jij bent. Dat heb ik overigens niet alleen naar jou toe, maar ook naar mezelf, en ook naar andere mensen soms. In stilte geef ik je ingewikkelde en eenvoudige namen. Steeds meer denk ik dat jij niet verandert, maar dat ik verander, terwijl jij hetzelfde bent. Best Fundament, bedankt voor de basis die jij me hebt gegeven en van waaruit ik me verder kan ontwikkelen. Bedankt ook dat ik dankzij jou vragen stelde bij wie ik was.

Zelf denk ik dat je uit heel veel stukken bestaat. Vat het op als een compliment in de zin van: je bent veelzijdig. Misschien zijn de namen die ik je geef geen tegenstellingen, maar aanvullingen. Als ik mediteer noem ik je Woord of Licht. Soms noem ik je Opvoeding. Soms noem ik je Normen-en-Waarden. Soms noem ik je Liefde. Omdat ik dat een mooie naam vindt, en omdat dát het belangrijkste deel van jou is. Hoe zou jij jezelf noemen?

Je bent er. Of ik daar nu altijd blij mee ben of niet. Laat ik je gerust stellen, ik heb veel aan je te danken in wie ik ben. Je bent inspirerend door je eenvoudigheid en door je complexheid. Je bent gewoon bijzonder!

Schrijf gerust terug. Vertel me alsjeblieft wat er van mij terecht is gekomen op basis van jou. Wees niet bang voor de waarheid, Fundament. Want wat is een fundament zonder waarheid?

De op jou gebaseerde Koningstijger


woensdag 14 maart 2012

Brief aan de jeuk.

Beste jeuk,

Kun je alstublieft verdwijnen? Het liefst met stille trom, maar als jij een afscheidsfeestje eist: prima. Als je maar gaat. Ik blijf zwaaien met mijn armen, in de wetenschap dat ik mijn ellebogen niet kapot mag krabben. Maar je sloopt me. Mijn concentratie is beneden alle peil, omdat jij die verstoort. Mijn nachtrust is gereduceerd tot een paar gebroken uurtjes slaap, omdat jij zo nodig een feestje wilt bouwen op mijn armen. Met muziek en chips. Paprikachips. Terwijl ik meer houd van naturel.

Ik ben je niet dankbaar. En dan druk ik mij nog zachtjes uit. Als ik de oplossing had om je uit mijn leven te verwijderen, zou ik die met alle plezier toepassen. Maar wees nou eens eerlijk, wil jij mijn leven nou echt zo verprutsen? Ik snap het wel, jij hebt het uitermate naar je zin. Maar ik niet. Ik heb geprobeerd je te negeren: mislukt. Ik probeerde je met homeopatische bloemenmengsels - die stinken! - weg te krijgen: mislukt. Jij denkt dus blijkbaar anders over dat geurtje, want anders was je al wel weggeweest.. Maar nog even, en dan zoek ik zwaarder geschut! Dan pak ik het niet meer aan met liefelijke bloemengeurtjes en zachte badolie. Klaarblijkelijk geldt ook voor jou het welbekende ‘zachte heelmeesters, stinkende wonden’ principe. Ik stel dus een deadline: voor maandag geef jij je over en verdwijn je. Want anders zal ik vechten tot je weg bent, en rust ik niet voor jij uit mijn leven verdwenen bent!

Niet voor lang meer de jouwe,
Tinkerbell

vrijdag 9 maart 2012

Brief aan de stilte diep vanbinnen.

Beste stilte,

Alles zwijgt, op de vogels buiten na. Die kwetteren erop los, omdat ze denken dat de lente begint. Maar hier, binnenin, zwijgt alles. Normaal probeert de ene gedachte de andere te overstemmen. Me over te halen om dingen te doen. Om dingen te laten. Om blij te zijn of juist niet. En vaak komen er zinnen, diep vanbinnen. Als water bij een bron. Schrijven moet je, zeggen ze. Schrijven. Dat is een doel, een opdracht van ons. Wij zorgen ervoor dat je weet waarover. En misschien voelde ik me soms niet gelukkig als ik schreef. Gedichten. Wat dan ook. En ik wil me helemaal niet ongelukkig voelen – echt niet, vooral niet zelfs. Maar waarom brengen alleen minder fijne gedachten mooie woorden met zich mee? Ik mis ze, de woorden. Waarom is schrijven over regen die tegen je raam aanstriemt zoveel fijner dan schrijven over de zon die lieflijk de madeliefjes koestert? (Ik vind koesteren niet zo’n mooi woord). Of ben ik zo’n zwartgallig persoon die altijd overal het negatieve van inziet en nu meent verdrietig te moeten zijn om de stilte. Want stilte, kan het niet wat minder stil zijn? Kan ik niet leren om ook maar gewoon blije gedichten te schrijven? Blije brieven? Wanneer ik blij schrijf voelt het zo inhoudsloos. Maar vreugde en verdriet hebben toch evenveel inhoud, stilte? Ze moeten toch alle twee in diepzinnige woorden uitgedrukt kunnen worden? Ja. Ik weet wel dat ik misschien niet bij jou moet zijn. Misschien had ik aan de inspiratieloosheid moeten schrijven. Maar definitieproblemen heb je en hou je altijd. Dat is ook zoiets stilte, ik vraag me zo ontzettend af waar het ene woord ophoudt en het andere begint.

Je gaapt. Volgens mij ben je toe aan slapen, klopt dat stilte? Stilte diep vanbinnen. Ik wil zeggen dat je zwijgt. Maar bij stilte klopt dat niet. Je praat juist voortdurend. Maar de woorden bereiken me niet. En dat is je doel.

De boskrekel.