Noodzaak tot vragen
Dit is een brief naar situaties waarin mensen elkaar aankijken en zich afvragen
wat er staat te gebeuren.
Wat is dat toch? De curieuze of geïnteresseerde blik? Wat bezielt de mensheid
om in een bepaalde situatie altijd te willen weten wat er gebeurt?
Het is uiteraard veel
breder dan in iemands ogen kijken. In deze brief ik breng ik twee elementen aan
bod: De reden en de verklaring. Dit wil ik illustreren aan de hand van deze
twee onderstaande vragen:
·
Waarom lees
je deze brief?
·
Hoe is deze
brief tot stand gekomen?
Je snapt het. Het gaat om
de verklaring der dingen. Waarom spreek je met iemand af? Hoe kan het dat je
verliefd wordt? Waarom leven wij hier überhaupt? Hoe komt het dat wij elke dag
moeten slapen om te kunnen overleven? Waarom eten we? Hoe gaan we dood? Waarom
hebben wij een taal? Waarom begrijpt iemand deze vragen niet? Hoe komt het dat
mensen niet altijd de waarheid durven zeggen? En waarom willen mensen niet
altijd de waarheid horen?
Vragen stellen is een
fenomeen die de mens al voordat hij kon
nadenken met zich mee heeft gebracht.
Vraag mij niet hoe en waarom. Maar ik waag een poging om een kleine verklaring
te geven aan de hand van onderstaande redenatie:
Als een kind geboren wordt, is dat iets dat zomaar gebeurt? Oké, misschien
worden kinderen geboren omdat dat gewoon eenmaal er bij hoort. Dit hoeft geen
enkele doel op zich te hebben. Maar, waarom dan? Waarom moet je überhaupt
geboren worden? Deze vraag heeft in mijn redenatie twee type antwoorden nodig en
minstens een daarvan moet gegeven kunnen worden:
- De reden waarom iemand geboren worden
- Het doel van geboren worden.
Nadat er antwoorden
gezocht zijn naar de vraag van waarom
mensen geboren worden, kunnen mensen zichzelf ook verder afvragen: Hoe kom ik
aan eten? En natuurlijk, waarom heb ik honger? Waarom ben ik moe? Waarom moet
ik nu gaan slapen? Waarom moet ik oorlog voeren en hoe doe ik dat? (Ik beperk mij in deze brief tot twee elementen
van vraagstelling: reden en verklaring, vragen stellen heeft eenmaal een brede
karakter van alleen maar de hoe en de waarom der zaken).
De vraag als leidend in het grotere geheel
Kortom, Alles begint met een vraag. We hebben een probleem en daar dient een
antwoord voor te worden gevonden. Je zou bijna vast kunnen stellen dat het
leven hier op aarde niet mogelijk was geweest als er geen vragen waren.
Hieronder volgen twee uitzonderlijke illustraties van redenaties om de
bovenstaande implicatie te toetsen.
- Je hebt honger
- Je kunt je
afvragen waarom je honger hebt. ( Dat hoeft niet per se )
- De volgende
vragen is aan hoe je aan die honger afkomt. (Blijkbaar is dit noodzakelijk een
belangrijke vraag)
- Je kunt je
afvragen of het überhaupt noodzakelijk is om van je honger af te komen
- Je beslist
wat vissen te gaan vangen of te gaan jagen
- Hoewel dit
natuurlijk lijkt, kan hier de vraag gesteld worden waarom en hoe je aan voedsel
kom
- Je gaat eten,
en de honger is voorbij.
- Onbewust heb
je handelingen verricht die als doel dienden om van je honger af te komen. Het
lijkt erop dat we in dit geval te maken hadden met de centraal vraag: Hoe kom
ik aan eten?
Een tweede redenatie en het
betreft dit keer het leven.
- Je bent
geboren
- Voorgaand aan
het feit dat je geboren bent kan de vraag gesteld worden waarom je geboren moet
worden. (Daar is veel over geschreven)
- Je bent
geboren dus je bestaat
- Waarom moet
je per se geboren worden om te bestaan? Hoe kan het tegenovergestelde worden
geformuleerd?
- Waarom besta
je? Hoe besta je (wat moet je doen om te bestaan?)
De laatste vraag is iets moeilijker.
Want het gaat om het totale plaatje van het menselijke bestaan. Je bent een
onderdeel van een kosmos met objecten die dezelfde vragen met zich mee dragen.
Uiteindelijk zal in mijn ogen een conclusie gezocht moeten worden in het groter
geheeld. Ik probeer hier te zeggen dat we de verklaring of de reden van jouw
bestaan in een bredere context moeten
zoeken en plaatsen. Het gaat hier om de menselijkheid en alle levende
organisme. Waarom bestaan deze? En wat moeten ze doen om te blijven bestaan? (duurzaamheid)
Concreet, de praktijk
Wat is de nut van deze vage redenaties? En wat probeer ik met deze brief te
bereiken?
Beste vraagtekens, ik hoop dat je vraagtekens kunt plaatsen aan het feit dat ik
jou probeerde te belichten. Waarschijnlijk roepen vragen andere vragen. Ik
vraag me daarom af: Zijn wij in staat om vragen te belichten? Of Zijn vragen
slechts instrumenten die ons dienen te leiden in het vinden van antwoorden?
Niet meer, niet minder? (dit is een complexe vraagstuk die ik hier
simplificeer, wan het gaat om de functie van vragen).
Maar ik wil wat concreter
worden. Ik merk dat wij de laatste tijd zaken doen zonder goed over na te
denken.
Wij vergeten de volgorde der dingen zoals ik hierboven net aangaf. Het begint
altijd met een vraag. En niet zomaar een willekeurige oplossing bedenken zonder
de vraag eerst te hebben en door te hebben.
* Ik heb het over praktijken in de bankwezen en de
manier waarop de kerk haar positie probeert te herpositioneren in deze eeuw (wanneer moet we geld aan de consument lenen
en onder welke pakken, moet je als kerk
je boodschap aanpassen om aan leden te komen of het jasje veranderen?).
* Ik heb het over de manier waarop wij de zieken
genezen en de wijze waarop wij onze lichaam bevredigen( Wanneer mogen we een bepaalde operatie uitvoeren en wanneer weten we dat wij niet meer in staat zijn om
iemand te genezen, en waarom zouden wij überhaupt in ons land accepteren dat
seksslavinnen werken voor onze bevrediging?).
* Ik heb vooral over wat wij doen om te overleven zonder
onszelf af te vragen waarom we überhaupt bestaan.( Wat mogen we wel en wat mogen niet doen om onze vrijheid en die van
de andere te garanderen? Waarom zouden ons leven veel meer waard zijn dan die
van andere omdat deze toevallig in een andere land dan het ons geboren zijn en
wonen? Of waarom zouden we zoveel huizen bouwen als wij over 40 jaar de helft
niet meer nodig hebben als gevolg van de vergrijzing? En is het noodzakelijk
dat wij per se per gezin 3 auto’s krijgen of kunnen we niet een efficiëntere
systeem in onze samenleving ontwikkelen waarin werk en wonen weer wat
dynamischer worden ingedeeld? Moet de man en vrouw per se 40 uur werken om het
gezin te kunnen onderhouden en moeten we echt altijd naar meer streven in onze
economie en materiele bezit?)
Deze vragen en andere werden al eeuwen tot
de belangrijkste vraag van het bestaan en overleven mee gerekend, lijken de
laatste tijd in wat breder kringen niet meer aan toe te doen.
Het lijkt erop dat
wanneer je vragen stelt, dat je dan een van de andere vage, dromerige en
langdradige amateurfilsoof bent. Ik moet vanwege mijn pleidooi kanttekening zetten
bij deze implicatie door de onderstaande en afsluitende alinea met twee vragen af te sluiten. Met als
duidelijk doel een pleidooi te houden voor het vragen stellen, dat wij in onze
maatschappelijke orde weer bewust mogen worden bij de nut van de vraag. Of het
nou in een de onderwijssector is of in de voetbalkantine. Of het nou in een
ziekenhuis, op het plein van een middelbare school of op de werkvloer van
schoonmakers is. Vragen zijn altijd leideind geweest in het bieden van handleidingen in hoe wij onze maatschappelijke
orde moeten inrichten. Hoogste tijd om mensen die vragen stellen weer wat eer
te geven en te betrekken in hogere vraagstukken. Wat filosofen en theologen in
de banksector of de overheid betrekken zou wellicht iets doen veranderen.
Hoe kunnen we handelen
zonder door te hebben dat onze handelingen een antwoord zijn op vragen die
de kern van die
handelingen vormen? De vragen zijn leidend, de handelingen zijn uitvoerend. Het
laatste mag nooit zonder het laatste in realisatie worden gebracht, want dan dreigt
er een serieuze ontsporing plaatst te vinden.