maandag 10 maart 2014

Brief aan het spinnenwiel

Best spinnenwiel,
Ik ken je nog niet zo goed
je kwam van een stoffige zolder
ik zag je staan
en wilde je bij mij

je was van een meisje, nu jonge vrouw
die herderin geworden is
misschien mist ze je wel
gesprekken hebben we nog nauwelijks gevoerd
behalve die keer dat ik aan droogspinnen deed
je draaide slechts
zonder draad
toen vond ik je al zo mooi

stil sta je in mijn kamer
wachtend totdat ik je in beweging breng
is je hout koud en kil?
met mijn voet zal ik je laten draaien
alsmaar rond

ik hoop dat je niet duizelig wordt
dat je het weer lekker warm krijgt
ik hoor je al piepen en hijgen
   als je het beu bent
zeg je het dan?
dan zal ik even stoppen

ik droom ervan dat jij en ik mooie lange dunne draden zullen maken

dit is geen liefdesgedicht,
mocht je dat soms denken
het is gewoon dat ik van je houd als spinnenwiel, zeg maar
ik ga namelijk met de lente, momenteel
misschien als ze voorbij is…?
al maakt de zomer ook een goede kans
dat moet ik er wel bij zeggen.

Bert

zaterdag 8 maart 2014

Brief aan de representaties in mijn hoofd.

Beste representaties,

Geen briefonderwerp was ooit zo vaag als jullie. Geen briefonderwerp was ook ooit zo persoonlijk.
Representaties. Afschaduwingen. Alsof een man op een stoepje staat en zijn schaduw bewondert (die natuurlijk veel groter is dan hij als de zon laag staat). Of als een meisje wat in een etalage haar eigen spiegelbeeld ziet, ernaartoe loopt en kijkt hoe ze eruitziet. Of als het kind wat door een regenplas spettert en zichzelf in iedere druppel ziet. Die vormen van zelf, dat zijn representaties.

Representaties die je zelf kunt zien. Maar jullie zijn weer net iets anders. Jullie zijn de schaduw of het spiegelbeeld van de anderen in mijn hoofd. De anderen die soms gewoon op de achtergrond aanwezig zijn. Rustig in mijn hoofd op een stoeltje achteroverleunen en een boek lezen. Op andere momenten willen ze een gesprek met me voeren.  Ik praat, in gedachten, urenlang tegen die representaties. Iedereen zegt in die gesprekken wat ik wil dat ze zeggen en ik kan ineens zo sociaal wenselijk goed een gesprek voeren. Zonder een druppel alcohol. Soms luisteren jullie ook alleen of slaan we elkaar de hersens in. En dan, ineens, op klaarlichte dag, ontmoet ik de echte persoon en blijkt die representatie weer ver van de waarheid te zijn. Representaties in je hoofd kunnen dus ook veranderen. En representaties zijn beperkt, omdat ze gaan over datgene wat je waarneemt. Niet over datgene wat een ander niet laat zien. Representaties gaan daar trouwens verbazingwekkend goed mee om. Als ik ze vraag waarom ze zijn zoals ze zijn, vinden ze mijn ideeën onvoorstelbaar interessant en vinden ze mij zo geniaal. 

Iedereen heeft representaties. Zo zit dat. Het beeld van de ander in je hoofd. Om urenlang met je representaties te converseren is een ander verhaal.
Iedereen heeft ook een representatie (je wordt een steeds raarder woord naarmate ik je vaker opschrijf) van zichzelf. Feitelijk: Een wigwamneus en een voorliefde voor creativiteit en dagdromen. Maar ook imaginair. Onzekerheid die je tot vanuit je tenen uitstraalt. Ik weet niet hoe dat zit, maar ik ben wel gehecht aan die representatie van mij. Hoe stom ik hem soms ook vind. (Vreselijk stom. Echt waar). Ik ben ook gehecht aan de representaties van de anderen. Dat was eigenlijk alles wat ik wilde zeggen. Alles wat ik wilde weten is of jullie ook voorkomen in andere hoofden.

Hoogachtend,

De boskrekel