woensdag 26 september 2012

Brief aan vanalles.

(Of heel veel hele kleine briefjes aan vanalles).

--

Vroeger schreef ik veel meer dan nu. Geen tijd meer voor. Dus oude brieven uit de doos. En toepasselijk deze titel niet dan! …12 november 2008…

ter Filosofie 
Ik weet alles over filosofie 
Behalve wat het inhoudt
Het is een soort fantasie 
Op de werkelijkheid gebouwd.


Vraagstuk 
Zomaar wat vraagstukken 
Kom je tegen in het leven 
Het ene zal mislukken 
Het andere wordt gegeven
 

Zinloos 
Soms is iets zinloos 
Het is echt onzin 
Het maakt me zo boos, 
Er zit geen zin meer in
 

Vergeten 
Stel je bent wat vergeten, je weet het niet meer 
Dat houdt in dat je het nog wel kunt weten 
Kijk, als je het dan op de volgende manier probeert; 
…Maar dat ben ik vergeten
 

het Uitvindingsprobleem 
Een uitvinding is een moeilijk ding 
Maar ze hebben één ding gemeen 
Want het moeilijkste van een uitvinding 
Is het vinden van het probleem
 

Dom! 
Het klinkt ongelooflijk stom 
Maar het doet me wel een beetje pijn, 
Sommige mensen zijn zo dom; 
Dat ze niet snappen hoe slim ze zijn!
 

Geloof 
Het is onbegrijpelijk en ongelooflijk 
Als je geloof begrijpen wou 
Kom je daarmee niet in het koninkrijk 
Maar wie gelooft dat nou?
 

Niet grappig 
Iedereen vindt het grappig 
Maar niemand neemt me serieus 
Dat vind ik niet grappig 
En dat meen ik serieus!
 

Creativiteit 
De definitie van creativiteit 
Is het zien van de diversiteit 
Van functies die je nog niet wist 
Waarvoor datgene niet gemaakt is
 

Blauwtje 
Versieren doe ik heel simpel 
Dat gaat met vlag en wimpel 
Ik heb haar aan de haak geslagen 
Maar ze sloeg terug zonder vragen
 

Eendagsvlieg 
Een dag van deze vlieg 
Vliegt zo voorbij 
s’Morgens in de wieg 
En s’avonds de dood nabij
 

Wiskundewonder 
Één plus één is drie 
Drie keer drie is zeven 
Ik voel me een genie! 
(misschien wat overdreven)
 

Alcohol 
Ik drink niet bescheiden 
En zeker niet binnen de perken 
Laat ik maar snel rijden 
Voordat de alcohol gaat werken
 

Lachen! 
Humor om te lachen, 
Komisch en toch leuk 
Lachen gieren brullen, 
Je lacht je een breuk!
 

Baboon junior

donderdag 6 september 2012

Brief aan de Ridders van Vroeger.


Beste Ridders,

 
Jullie weten veel beter dan wij hoe het vroeger was. Wij weten alleen hoe het nu is. En zowel jullie als wij weten niet hoe het ooit zal zijn. Helaas kunnen jullie niets van ons leren – maar wij wel van jullie. Het mooiste zou zijn als een knappe uitvinder in jullie tijd (zo’n oude man met een baard die ingewikkelde anatomische tekeningen maakt, zoals Leonardo) een tijdmachine maakte en jullie naar ons toe flitste. Jullie zouden ons zoveel kunnen leren.

 
O nee. Niet waar. Helemaal niet waar. Jullie zouden de mannen van nu veel kunnen leren. De eitjes, de mietjes. De vrouwen van nu leren niets van jullie – ze vinden jullie hoogstens adembenemend, maar misschien vinden ze jullie ook wel onbeschofte wezens. Waarschijnlijk zouden ze overhoop zijn, misschien zouden ze smelten. Wij kunnen dat niet beoordelen zolang jullie niet in die tijdmachine stappen.

 
Maar die mannen van nu dus. Vroeger, in jullie tijd, vochten jullie om een vrouw. Jullie sloegen elkaar de hersens in, keken elkaar nijdig aan, sloegen elkaar misschien dood. (Ik zie beelden voor me van mannen in harnas met lansen en paarden). Het doet er allemaal niet toe eigenlijk wat jullie uitspookten. De vrouwen hadden indertijd een man aan hun zijde die tot het bittere einde van zijn vijand voor hen gevochten had. Misschien was hij wel een beetje gebutst, beschadigd (maar zijn ziel had een eeltlaag). Iedere keer dat een vrouw de littekens van haar man zag bedacht ze zich weer wat hij ooit voor haar over had gehad. En hij zou het weer voor haar overhebben, absoluut.

 
Tegenwoordig, de man. Onderuitgezakt in zijn luie stoel. Kijken of zij kijkt, en als zij kijkt snel niet kijken. Vrouwen? Ach, als ze willen komen ze wel. En inderdaad. Vroeger waren het de mannen die elkaar doodsloegen om een vrouw. Tegenwoordig zijn het de vrouwen die moeten vechten om een man (de mannen nemen een glaasje en aanschouwen het). Vrouwen slaan elkaar niet dood. (Ook al geloof ik dat ooit in het verleden een vrouw een concurrente zonder parachute liet parachutespringen. Dan sláán ze elkaar tenminste niet dood, maar de afloop is niet heel veel anders). Diep vanbinnen zijn vrouwen eigenlijk veel gemener dan mannen – zeker als het om veroveren gaat. Dat moge duidelijk zijn. (We pleiten voor een boot met vrouwelijke zeerovers. Wat zal dat een gevreesde boot worden).

 
Waar is het veroveringsgevoel gebleven, beste mannen van nu? Waarom heerste dat gevoel in volle glorie in de man en is het nu zo ver weggevaagd, dat het niet eens meer valt te vermoeden? Die ridders van vroeger zijn dan misschien omgetoverd in onderuitgezakte, luie, gemakzuchtige en trotse mannen, maar wij – vrouwen- veranderen níet. Wij willen niet veroveren (Oké, vrouwelijke charmes in de strijd gooien is tot daar aan toe), maar veroverd worden!

 

 
De moraal van dit verhaal lijkt ons zonneklaar, maar voor degene die het nog niet begrijpt (de mannen van nu die nog steeds vol verbazing en met grote ogen naar deze brief staren – en hopelijk zijn het er VEEL) vertellen we het toch maar: wij pleiten voor de herinvoering van de ridderlijkheid. En daarom willen we jullie uitnodigen om de mannen hier een lesje te leren. Vertel ze hoe het hoort zodat ze weer getrouw hun plaats in acht zullen nemen. Deel ze mee dat de vrouwen het meer dan zat zijn om zich volledig aan iemands voeten te werpen. Laat Leonardo of een andere bebaarde uitvinder alsjeblieft een tijdmachine uitvinden en zweef deze kant op. Tot die tijd kunnen we enkel dromen over een land vol charmante ridders. Tot die tijd wachten we af…

 

De Eekhoorn en de Boskrekel.

 
Ps: Jullie kunnen de mannen van nu vast ook wel het één en ander over moed en andere deugden in het algemeen leren, zonder dat het nou per se om dingen gaat die vrouwen nou zo fijn vinden. Die mannen van nu zullen zich vast stukken beter voelen als ze wat meer de held uithangen.